HazMatCat
Laatste Update: 23 februari 2020

ONDERZOEKEN 

Onderzoek Makkinga 

Op 19 juni 2013 kwamen in Makkinga drie mensen om bij het reinigen van een mestsilo. Het schoonmaken werd gedaan door twee medewerkers van een gespecialiseerd bedrijf. Terwijl één van hen in de silo aan het werk was, stond zijn collega op wacht bij het mangat in het dak van de silo. Hoewel de man in de silo was uitgerust met een luchtkap en een gasmeter, raakte hij toch bedwelmd door de vrijkomende mestgassen. Zijn collega ging de silo in om hem te helpen en raakte ook bewusteloos. Nog drie andere mannen schoten zonder adembescherming te hulp; twee van hen gingen ook de silo in en raakten eveneens bedwelmd. Drie van de vier mannen overleden. De vierde werd zwaargewond opgenomen in het ziekenhuis.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft onderzoek gedaan naar dit ongeval. Het onderzoeksrapport, een animatie over mestgasongevallen en een veiligheidsposter staan op de website van de Onderzoeksraad:

http://www.onderzoeksraad.nl/nl/onderzoek/1959/dodelijk-ongeval-in-mestsilo-te-makkinga/publicatie/1517/gevaren-mestgassen-onderschat 

Onderzoek Blauwzuurgas in Mest

Onderzoek door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) in 1988 heeft aangetoond dat er inderdaad blauwzuurgas (HCN) aanwezig kan zijn in mestgas. Zowel H2S als HCN bleken op meerdere locaties in zulke hoge concentraties aanwezig, dat zij afzonderlijk al konden leiden tot een acute dood, nog los van het verstikkende effect van kooldioxide. De concentratie cyanide bleek hoger in verse mest dan in mest in de mestkelder! Uit analyse van het voer bleek dat elk voer sporen cyanide bevatte. Graskuil gaf de hoogste concentraties, soms gevolgd door pulp of pulpbrok. De GD achtte het daarom niet aannemelijk dat de cyanide in de mest ontstond. De afbraak van voer zou tot het vrijkomen van de hierin aanwezige cyanide kunnen leiden. De concentraties blauwzuurgas in de stallen lagen tussen 4 en 400 ppm. 

In de literatuur konden de onderzoekers geen gegevens vinden over vergiftiging als gevolg van een gecombineerde blootstelling aan H2S en HCN. De vergiftigingsverschijnselen ten gevolge van een afzonderlijke blootstelling aan H2S of HCN zijn moeilijk te onderscheiden. Een beperkt aantal dierproeven die in samenwerking met het Academisch Ziekenhuis te Groningen werden uitgevoerd leidde echter tot de conclusie dat waterstofsulfidevergiftiging zo snel optreedt, dat geen aantoonbare hoeveelheden cyanide in het bloed worden opgenomen.

Het GD-rapport “Gevaren bij het mixen van mengmest in ligboxenstallen: het vrijkomen van zwavelwaterstof en blauwzuurgas” uit 1988 is in 2014 door de auteur gedigitaliseerd en kunt u hier downloaden.

Naast dit onderzoek heb ik helaas nooit andere onderzoeken kunnen vinden over de aanwezigheid van blauwzuurgas in mest. Tips zijn welkom!